In dit artikel wil ik graag een taboe aanhalen waar werknemers met burn-out klachten tegenaan lopen. Zij hebben namelijk vaak een – onterechte – angst voor de Bedrijfsarts. Werkgevers staan hier vaak niet bij stil dat deze angst er überhaupt is. Vanuit jouw kant gezien, is deze stap noodzakelijk, maar voor de werknemer is dit bezoek een enorme drempel. Zij zien dit bezoek namelijk vaak als een route richting ontslag.
Angst voor de Bedrijfsarts
Dat deze angst vaak ongegrond is, doet er eigenlijk niet toe. De medewerker ervaart zijn/haar leven momenteel als een grote angst wat weer voortkomt uit de onduidelijkheid die met de burn-out te maken heeft. Dit artikel is geschreven om jou als leidinggevende goede handvatten te geven om goed met deze situatie om te gaan. Het gebeurd namelijk best wel vaak dat leidinggevende – vanuit een stuk onwetendheid en onbegrip – een verkeerde opmerking maken die bij de werknemer die met de burn-out kampt volledig in het verkeerde keelgat schiet. Deze opmerking creëert een warboel aan emoties en reacties. Dit stapelt zich op en stagneert het vertrouwen in jou en in het herstel. Het kan zelfs een vertraging in het herstel triggeren. Dus daarom: wees je bewust van het feit dat mensen met een burn-out moeite hebben met vertrouwen en al snel situaties wantrouwen.
Tips die je aan je werknemer kunt geven over de Bedrijfsarts
Als je werknemer naar de Bedrijfsarts moet, dan kun je een aantal tips geven om de angst te verlagen zodra de oproep verschijnt voor de Bedrijfsarts. Tevens leg ik hieronder uit wat e.e.a. bij de werknemer kan oproepen aan emoties.
Oproep voor de Bedrijfsarts:
Dit gesprek is bedoeld om de belastbaarheid te beoordelen. Op basis daarvan krijgt de werkgever een advies over het aantal uur wat er weer gewerkt kan worden.
Stress vanwege het bezoek:
Misschien is de werknemer nog niet voldoende hersteld om te gaan werken en doet diezelfde gedachte aan werk al heel veel kwaads. Er kan een paniekaanval ontstaan en zelfs een lichte stagnatie in het herstel. Het is daarom belangrijk dat de werknemer weet dat de Bedrijfsarts degene is die bepaalt hoeveel uren en wanneer iemand weer gaat werken. Het is belangrijk dat de werknemer zich niet onnodig druk gaat maken om dit bezoek. De focus moet echt zijn op het herstel en ook dat de Bedrijfsarts geen boeman is.
Wees eerlijk en blijf jezelf:
Binnen 6 weken na de ziekmelding moet er een probleemanalyse opgesteld worden door de Bedrijfsarts. Dit is verplicht gesteld vanuit de Wet Verbetering Poortwachter. In deze analyse staat bijvoorbeeld hoe groot de kans is op volledig herstel. Tevens staat er een tijdschema aan en soms met een eventueel opbouwschema qua uren. Hiervoor is het dus belangrijk dat de Bedrijfsarts een accurate situatieschets krijgt en is eerlijkheid echt van belang. De werknemer hoeft zich niet beter of slechter voor te doen, maar gewoon de feiten vertellen zoals ze zijn. Dit om niet te snel of te langzaam te gaan re-integreren.
Direct weer aan het werk:
De Bedrijfsarts is niet de boeman die iedereen gelijk weer aan het werk wil hebben. De bijbehorende angst daarvoor is dus vaak ongegrond. Het is niet de intentie van de Bedrijfsarts om iemand weer zo snel mogelijk aan het werk te laten gaan, maar wel om dit op de juiste manier te doen. Dit met name om ervoor te zorgen dat iemand niet weer binnen de kortste keren kan uitvallen, of juist te lang thuis zit waardoor de drempel op terugkeer steeds hoger wordt. Een verkeerd advies kan de re-integratie onnodig verlengen en daar heeft niemand baat bij.
Verkeerd advies van de Bedrijfsarts:
Het kan soms voorkomen dat de Bedrijfsarts een advies geeft wat niet passend is bij de situatie waar de werknemer inzit. Soms heeft dat te maken met de lengte van het ziek zijn. Een voorbeeld kan zijn als je te maken hebt met een eerste spoor traject en de medewerker bijna naar een tweede spoor traject gaat. Besef heel goed dat deze informatie nieuw is voor de werknemer. Dit kan erg schrikken zijn. Daarom is een duidelijke uitleg belangrijk. De werknemer moet hierdoor geen onnodige stress krijgen want dit triggert allerlei emoties. Het is daarom belangrijk om hulp aan te bieden in de vorm van bijvoorbeeld een uitleg door de Bedrijfsarts of een vertrouwenspersoon.
Escalatie naar aanleiding van een verkeerd advies:
Soms gaan medewerkers te snel aan het werk om hun goede wil te tonen bij de werkgever. Dit komt niet altijd het herstel ten goede. Daar is dan niemand bij gebaat. Ondanks het advies van de Bedrijfsarts is het dan van belang om een second opinion aan te vragen bij bijvoorbeeld een andere bedrijfsarts of een deskundigenoordeel bij het UWV*. Zij kunnen je exact vertellen wat je op zo’n moment het beste kunt doen. In de praktijk gaat het overigens vaak zo dat de werknemer zelf naar het UWV stapt voor een second opinion of deskundigenoordeel. Jij dient dit verzoek dan wel te honoreren en het extra consult bij de andere Bedrijfsarts ook te betalen.
Jij als werkgever kunt overigens altijd het aantal uren wat geadviseerd wordt door de Bedrijfsarts bijstellen naar beneden als je van mening bent dat dit passender is voor de situatie van je werknemer.
* Bij het deskundigenoordeel geeft een verzekeringsarts van het UWV een belastbaarheidsoordeel van de werknemer. UWV bepaald of werkgever en werknemer genoeg doen aan re-integratie op een passende manier.
Samen naar de bedrijfsarts:
Geef duidelijk aan bij je werknemer dat hij/zij altijd iemand mee mag nemen naar de Bedrijfsarts ter ondersteuning.
Meedenken met de bedrijfsarts:
Als je werknemer weer naar de Bedrijfsarts moet is het raadzaam dat de werknemer zelf al een idee heeft over zijn/haar re-integratie. Bijvoorbeeld over het aantal uren hij/zij wel weer kan werken en wat voor soort afgebakende taken er alvast gedaan kunnen worden. Misschien is koffie drinken op de afdeling ook alweer een optie om de drempel bij terugkeer alvast te verlagen. Als er een dergelijk plan is, dan zal de kans op herstel alleen maar toenemen en is bedrijfsarts ook goed geholpen.
Mocht je werknemer hier hulp bij nodig hebben, wij adviseren jou en/of je werknemer graag hierover!
Mijn naam is Mascha Mooy, CEO en oprichter van Bye Bye Burnout. Met Bye Bye Burnout helpen wij door heel Nederland – met inmiddels al steeds meer mensen – werkgevers die werknemers hebben met stressklachten of die simpelweg stress op de werkvloer willen voorkomen. Ons aanbod is geschikt van preventie tot herstel oplossing waarmee wij een significantie kostenbesparing van meer dan 100K per werknemer met een burn-out realiseren! Met ons 100 dagen traject behalen wij bizar goede resultaten en bij onze preventieworkshops is iedereen altijd – naast het serieuze gedeelte – aan het lachen. Want ook al is burn-out een zorgwekkend probleem, met een beetje humor in het leven is het een stuk aangenamer!