Gemiddeld zit iemand met een burn-out 11 maanden thuis. Mascha Mooy van Bye Bye Burnout ontwikkelde een methode voor herstel binnen 100 dagen. Maar voorkomen is altijd beter dan genezen. Daarom maakt ze zich sterk voor preventie. ‘Luister als je omgeving vraagt: “Gaat het wel goed met je?” ‘
Het overkwam haar zelf jaren geleden. Als een donderslag bij heldere hemel. Opgebrand. Van de ene op de andere dag kon ze niets meer. Onderzoek van TNO uit 2022 laat zien dat 1 op de 7 werkenden kampt met burn-out klachten. Dat zijn 1,3 miljoen mensen.
Hoe komt het dat zoveel mensen burn-out raken?
‘De gedachte ‘Dat overkomt mij niet’ leeft nog steeds breed. Dat zorgt ervoor dat mensen té lang door gaan. Vroeger was er ook overspannenheid maar tegenwoordig spelen er veel andere factoren mee. De hele online wereld die continue een beroep op je doet. Ook op je werk. Werkgevers verplichten bijvoorbeeld om de hele dag bereikbaar te zijn via Slack. Ook zijn er veel meer keuzemogelijkheden om je carrière vorm te geven. Dat kan vrijheid geven maar ook veel stress en onrust veroorzaken. Thuis gaat het online leven verder. Mensen willen niets missen. Dat geeft veel druk.’
Hoe voelt dat, burn-out zijn?
‘Je bent fysiek en mentaal opgebrand. Je kúnt letterlijk niet meer. Het heeft echt niets te maken met niet willen. Je kunt gewoon niet meer. Sommige mensen worden ook heel angstig en krijgen paniekaanvallen. Ze vertrouwen zichzelf en hun lichaam niet meer. Ook is er veel schaamte: wat zal mijn omgeving ervan vinden? Echt alles staat op z’n kop.’
Kun je een burn-out zien aankomen?
‘Vaak ziet de omgeving wel dat er iets niet goed gaat. Dat was in mijn geval ook zo. Maar zelf zag ik dat totaal niet. Ik ging maar door. Dus luister alsjeblieft als je omgeving vraagt: ‘Gaat het wel goed met je?’. Je kunt ook zelf alert zijn op signalen. Ik werd meer prikkelbaar, had veel hoofdpijn en ging soms huilend naar mijn werk. Wat je veel ziet, is dat vrouwen meer wijn gaan drinken en mannen meer gaan eten. Ook het gevoel hebben dat je moe opstaat en moe naar bed gaat, is een belangrijk signaal. Wees ook alert als je steeds vaker denkt: ‘Ik ben blij als deze dag voorbij is’. Ook kun je bij jezelf nagaan: Hoe reageer ik normaal, en hoe reageer ik tegenwoordig? Vaak wimpelen mensen het weg: ik heb het gewoon druk, het gaat vanzelf wel weer beter. Maar neem deze signalen serieus. Je gunt echt niemand een burn-out.’
Hoe erg is dat dan?
‘De emotionele schade is groot. Er ligt nog steeds een taboe op het hebben van een burn-out, ondanks dat er veel over bekend is. Mensen schamen zich en vragen zich af hoe ze het gat op hun CV moeten verklaren als ze van werkgever willen wisselen. Dus los van het feit dat je letterlijk niets meer kunt, heeft het ook veel consequenties voor je toekomst. Veel werkgevers vinden het nog steeds een aanstellersziekte.’
Een aanstellersziekte?
‘Er zijn nog steeds veel werkgevers die dat vinden ja. En daarom is er te weinig aandacht voor preventie. Er worden wel dingen gedaan zoals een fitness abonnement of fruit bij de lunch. Dat zijn leuke pleisters maar geen echte preventie. Want als werknemers nog steeds veel moeten overwerken en geen compensatie krijgen, gaat het in de basis fout. Er zijn ook bedrijven waar gewoon niet geluisterd wordt naar wat er op de werkvloer leeft. Dan ontstaat er een angstcultuur. Mensen weten dan: er wordt toch niets aan gedaan, dus ik houd mijn mond maar.’
Wat kunnen werkgevers wel doen?
‘Het is eigenlijk helemaal niet zo moeilijk om een burn-out te voorkomen of op te lossen. Behandel een ander zoals je zelf behandeld zou willen worden. Luister naar wat er op de werkvloer leeft en doe er wat aan. Mensen willen geen VVV-bon of wat lekkers met Pasen. Ze willen dat de werkdruk verlaagd wordt. Het is heel belangrijk dat werknemers weten dat er naar hen geluisterd wordt en dat er daadwerkelijk iets aan gedaan wordt. Vraag gewoon aan je medewerkers: wat kan ik voor je doen, waar heb je behoefte aan? Het kan soms zo gemakkelijk op te lossen zijn. Ik weet bijvoorbeeld van een moeder die drie jonge kinderen naar verschillende opvangplekken moet brengen en elke dag stipt om 09.00 uur moet beginnen. Dat geeft haar veel stress. Ze zou er enorm mee geholpen zijn als ze om 09.15 uur kan beginnen. Zorg voor maatwerk. Zo’n medewerker is vervolgens super loyaal.’
Dat klinkt eenvoudig. Waarom doen bedrijven dit zo weinig?
‘Burn-out preventie is vaak een ondergeschoven kindje. Veel bedrijven zien het risico niet zo. Het is een investering. Wij bieden bijvoorbeeld een stress-preventie workshop. Dat geeft veel inzichten. Daar moet je vervolgens wel opvolging aangeven. Bijvoorbeeld door een personeelstraining en een MT-training. Ik vermoed dat dit alles bij elkaar nog geen 10.000 euro kost. Terwijl een medewerker met een burn-out ruim 120.000 euro kost. Uiteindelijk krijg je de rekening dus wel gepresenteerd. Voorkomen is altijd beter dan genezen. Daarom is het mijn missie om zoveel mogelijk bedrijven te helpen met strategisch preventiebeleid.’
Dit artikel verscheen afgelopen week in het Nederlandsch Dagblad. Hierbij de link naar het online artikel.