Volgens het Trimbos Instituut is werkstress de belangrijkste oorzaak van ruim een derde van het werk gerelateerd verzuim. Iedere organisatie heeft er dus baat bij om ervoor te zorgen dat medewerkers hier zo min mogelijk last van hebben. Ik ben het hier helemaal me eens. Waarom? Nou, heel erg simpel. Ik leg het je hieronder uit:
Gemotiveerde medewerkers verzuimen minder en zijn vele malen productiever. Organisaties die in gesprek gaan over energiegevers (wat geeft een medewerker energie in hun baan) en energienemers (wat kost een medewerker energie) en de balans kunnen vinden, zijn succesvoller dan organisaties die dat niet doen. Op deze manier kan namelijk een gezonde werkomgeving worden gecreëerd die leidt tot hogere motivatie, betrokkenheid en prestaties van medewerkers.
Baan vereist middelen
Een veel gebruikt (wetenschappelijk) model om te bespreken waar medewerkers energie van krijgen en hoe werkzaamheden vervolgens ingericht kunnen worden, is het Job Demands-Resources model.
Dit model gaat ervan uit dat het succes van een organisatie wordt bepaald door het welzijn van haar werknemers. Het kan worden gebruikt om te analyseren welke werkfactoren van invloed zijn op de prestaties van medewerkers.
Dat doe je door in kaart te brengen welke factoren energie opleveren (de energiebronnen) en welke energie kosten (de taakeisen). Energiebronnen zijn bijvoorbeeld support van collega’s en leidinggevende, autonomie (zelf functie en taken kunnen inrichten), feedback over eigen functioneren en ontwikkelmogelijkheden. Taakeisen gaan over de organisatorische aspecten van de functie.
Hoe zwaarder de taakeisen en hoe lager de energiebronnen, hoe meer kans op werk gerelateerde stress, hoe kleiner de bevlogenheid en hoe groter de kans op verzuim. Maar omgekeerd: hoe groter de energiebronnen, hoe meer balans in de taakeisen, hoe groter de bevlogenheid, hoe lager de kans op verzuim (lees: je voorkomt hierdoor grote kosten) en hoe groter de productiviteit.
Voor iedereen werkt het JDR-model anders. Want niet iedereen ervaart werkdruk hetzelfde, heeft dezelfde competenties en dezelfde beleving van mentale en fysieke klachten. Ook is ieders privésituatie anders, en ook die heeft uiteraard invloed op de uitvoering van het werk.
Gesprekken voeren
Het is zinvol om regelmatig met je medewerkers te bespreken hoe het met ze gaat: zowel in één-op-één gesprekken als in teamverband. Op die manier heeft het team ook inzicht in de balans en kan er gezamenlijk worden bijgestuurd waar nodig. Het kan immers zo zijn dat de ene medewerker meer energie haalt uit bepaalde taken dan de ander, gewoon omdat diegene beter is in de uitvoering ervan.
Stel het team tijdens zo’n bespreking de volgende vragen:
- welke taken kosten je weinig energie?
- welke taken kosten je juist veel energie?
- Is er sprake van een werk-privédisbalans?
- welke steun krijg je van je collega’s?
- heb je voldoende ontwikkelmogelijkheden?
- Is er voldoende evenwicht in de uitvoering van de taken en de bronnen die energie geven?
- kunnen werkzaamheden op een andere manier worden verdeeld?
Een gesprek over het welzijn gaat dus niet alleen over mentale klachten, maar vooral over de inrichting van het werk, de omstandigheden die hierop van invloed zijn en de rolverdelingen binnen het team. Een gesprek voeren met elkaar over energiegevers en -nemers, moet de normaalste zaak zijn. Zo doen wij dit op dagelijkse basis bij onze opdrachtgevers.
Mocht je behoefte hebben aan meer informatie over bovenstaande en hoe wij je eventueel kunnen begeleiden in het implementeren van een dergelijk model of het tegen gaan van verzuim, neem dan contact met ons op. We weten waar we het over hebben en verdienen onszelf, namelijk niet voor niets meer dan 7 keer terug.